Inhoudsopgave
F1 datums
Formule 1 is de hoogste klasse autosport in het formule racen, officieel ook wel FIA Formula One World Championship genoemd. Tijdens dit kampioenschap strijden twintig coureurs en tien teams om de wereldtitel, terwijl zij tijdens een kampioenschap een heel weekend racen in formule 1 auto’s met open wielkasten.
Geschiedenis formule 1
Het officiële formule 1 kampioenschap gaat terug naar 1946, direct na de Tweede Wereldoorlog. In 1946 werd de Federation Internationale de l’Automobile (FIA) opgericht. FIA vond dat er niet zonder regels gereden kon worden en stelden zo de eerste formule 1 regels op. De eerste formule 1 grand prix werd gereden op 13 mei 1950 op Circuit Silverstone te Groot-Brittannië. De eerste race werd gewonnen door Alfa Romeo coureur Giuseppe Farina. Giuseppe Farina won niet alleen de eerste race, maar ook het eerste kampioenschap.
Vrije Training
Voorafgaand aan elke race vinden er meerdere vrije trainingen plaats. Tijdens deze trainingen, die een uur duren, testen de teams en coureurs de beste afstellingen van hun auto op de baan waar het om gaat. Daarnaast kunnen zij nieuwe onderdelen testen. De vrije trainingen beginnen doorgaans op vrijdag. De laatste vrije training waarin de coureurs en teams afstellingen uit kunnen proberen, is op zaterdag.
Kwalificatie
Kort na de laatste vrije training op zaterdag, vindt de kwalificatie plaats. De allerbelangrijkste en laatste training voor de race op zondag. De kwalificatie bestaat uit drie onderdelen. Q1, Q2 en Q3.
Q1
Q1 duurt achttien minuten. Tijdens deze achttien minuten mogen coureurs zoveel ronden rijden als zij willen. De snelste tijd blijft echter staan en is leidend. De vijf coureurs die de langzaamste tijd neerzetten, rijden niet mee in Q2 en Q3. Zij starten vanaf de laatste vijf posities tijdens de race op zondag.
Q2
In tegenstelling tot Q1, duurt Q2 slechts vijftien minuten. Ook tijdens deze vijftien minuten mogen de coureurs zoveel ronden rijden als zij willen en is de snelste tijd leidend. De vijf langzaamste coureurs, starten vanaf plek tien tot en met vijftien.
Q3
De top tien kwalificatie duurt twaalf minuten en is de belangrijkste kwalificatieronde voor de race. Alle tien coureurs strijden om vanaf pole position te kunnen starten. Pole position is de eerste plek bij de startopstelling tijdens de race. Net als bij de overige twee kwalificatieronden Q1 en Q2, is de snelste rondetijd per coureur leidend.
Sprintkwalificatie
Sinds 2021 worden er sprintraces gereden. Een sprintrace lijkt sterk op een formule 1 race, maar dan veel korter. Deze korte race wordt slechts enkele keren per seizoen gereden. Wanneer dit het geval is, vindt de kwalificatie plaats op vrijdag, de sprintrace op zaterdag en de grand prix op zondag. Wie als eerste eindigt, start vanaf pole position tijdens de race. De coureurs die tijdens de sprintrace als eerste drie eindigen, ontvangen ook punten.
De race
De Grand Prix, waar het allemaal om draait, vindt plaats op zondag. Een totale race is 305 kilometer plus één extra ronde. Dat betekent dat op een kort circuit, zoals bijvoorbeeld Oostenrijk, de coureurs 71 keer voorbij start/ finish komen. Wanneer een circuit langer is, is dit minder vaak.
Een Grand Prix moet binnen twee uur gereden worden. De tijd wordt alleen stilgezet wanneer er sprake is van een rode vlag. Doorgaans betekent dit dat er slechte weersomstandigheden of onveilige situaties op de baan zijn. Wanneer er sprake is van een rode vlag, mag de race maximaal drie uur duren.
Per formule 1 race moet er tenminste gebruik gemaakt worden van twee verschillende soorten banden van Pirelli. Er zijn harde, medium en zachte banden. Daarnaast zijn er nog twee type banden die gebruikt worden bij slecht weer. Het bandensysteem werkt als volgt:
Harde band
De harde band is herkenbaar aan de witte rand. Harde banden gaan het langst mee. De auto zet op deze band echter langzamere tijden neer dan op de overige banden.
Medium band
De medium band is herkenbaar aan de gele rand. Zoals de naam al zegt, zit deze band zowel qua slijtage als snelheid tussen de harde en zachte band in.
Zachte band
De zachte band is te herkennen aan de rode rand. Zachte banden zijn doorgaans het snelst, maar slijten daartegenover ook het snelst.
Intermediates
Intermediates zijn te herkennen aan een groene rand. Deze banden zijn altijd beschikbaar wanneer er sprake is van natte weersomstandigheden. De intermediates worden gebruikt bij lichte regenval en een natte baan.
Full wets
Full wets worden alleen gebruikt wanneer er sprake is van hevige regenval en een zeer natte baan. Ook de full wets zijn altijd beschikbaar.
Pitstops
Elke coureur moet tenminste gebruik maken van twee verschillende soorten banden. Dit betekent dat zij tenminste één keer gebruik moeten maken van een pitstop. Soms is één stop voldoende en kunnen zij met deze twee verschillende banden de race uitrijden. Soms valt het echter voordeliger uit om bijvoorbeeld twee keer te stoppen. Dit wordt ook wel strategie genoemd. De teams bepalen dit vooraf aan een race. Tijdens de race kan de strategie van een team echter ook weer wijzigen.
Vlaggen tijdens formule 1
Naast alle verschillende kleuren banden, zijn er tijdens een race ook verschillende vlaggen. Met deze vlaggen worden bepaalde signalen afgegeven naar de coureurs. Ook de vlaggen hebben we voor je op een rijtje gezet:
Geel: gevaar op de baan, snelheid minderen en inhaalverbod
Dubbel geel: snelheid minderen, wees voorbereid om te stoppen, inhaalverbod
Rood: terug naar de pitstraat, race wordt stilgelegd
Geelrood gestreept: vloeistof op de baan
Wit: langzame rijder op de baan
Zwart/ oranje bol met startnummer: je auto is kapot, terug naar de pitstraat
Groen: baan is weer vrij
Blauw: de rijder achter je loopt een ronde voor, ruimte maken
Zwart-wit: laatste waarschuwing voor diskwalificatie
Zwart met startnummer: diskwalificatie, kom terug naar de pitstraat
Zwart-wit geblokt: einde race
Straf tijdens een formule 1 race
Net als bij elke sport, vinden er ook bij formule 1 races overtredingen plaats. Hier staan straffen op. Zo kun je bijvoorbeeld denken aan een tijdstraf van vijf of tien seconden. Dit lijkt misschien weinig, maar coureurs verslaan elkaar soms op slechts tienden van een seconde. Met een tijdstraf van vijf seconden kan je dus al een race verliezen, terwijl je eigenlijk op plek één reed. Deze straffen worden bijvoorbeeld gegeven wanneer er sprake is van botsingen, het negeren van vlaggen of te hard rijden in de pitstraat. Wanneer de overtreding ernstig is, kan een coureur gediskwalificeerd worden.
Puntenverdeling formule 1
Tijdens het formule 1 kampioenschap worden punten uitgegeven. Wie als eerste over start/ finish komt, krijgt als vanzelfsprekend het meeste aantal punten. Alleen de coureurs op plek één tot en met tien ontvangen punten. De overige tien coureurs vallen buiten de punten.
- Positie 1: 25 punten
- Positie 2: 18 punten
- Positie 3: 15 punten
- Positie 4: 12 punten
- Positie 5: 10 punten
- Positie 6: 8 punten
- Positie 7: 6 punten
- Positie 8: 4 punten
- Positie 9: 2 punten
- Positie 10: 1 punt
Punten tijdens de sprintrace
Tijdens de sprintraces worden er óók punten gegeven. De coureur die tijdens de sprintrace als eerste over start/ finish komt, ontvangt drie punten. Nummer twee ontvangt twee punten en nummer drie ontvangt één punt.
Punt voor de snelste raceronde
Wanneer een coureur in de top tien rijdt, kan hij een punt ontvangen voor het rijden van de snelste raceronde. Dit punt wordt opgeteld bij het aantal punten die de coureur tijdens de race haalt.
Punten bij het voortijdig beëindigen van een race
Soms moet een race eerder worden beëindigd door bijvoorbeeld noodweer. Als dit het geval is en er is minder dan driekwart van de race wordt gereden, ontvangen de coureurs slechts de helft van de punten, gebaseerd op de positie die zij tot dan toe hebben. Wordt er meer dan driekwart van de race gereden, maar wordt hij niet volledig uitgereden, ontvangen de coureurs wél de volledige punten. Ook dan is het aantal punten gebaseerd op de positie die zij op dat moment hebben.
Constructeurskampioenschap formule 1
Het is niet alleen de coureur als individu die voor een wereldtitel strijdt. Het team, bestaande uit twee coureurs en het team wat daarachter werkzaam is, strijden ook om een titel. De punten van de twee coureurs samen worden bij elkaar opgeteld en vormen in zijn totaliteit het totaal voor het constructeurskampioenschap. Het winnende team ontvangt een titel én het meeste geld. Met dit geld kunnen zij hun auto’s verder door ontwikkelen.